De jongste en ik zijn sportkleren voor de oudste kopen in de stad. Want 2x per week gym en 3x per week voetbal in combinatie met een bloedfanatiek kind zorgt voor een volle wasmand en een lege sportkast.
Wanneer we op de fiets aankomen in de stad, is de winkel waar we graag heen willen nog gesloten. We zijn een paar minuten te vroeg. Maar dat vindt de jongste helemaal niet erg. Nu hebben we namelijk extra tijd om een paar keer met de roltrap op en neer te gaan. En zo is haar dag om 9.59u al uitermate geslaagd. Zó geslaagd dat ze nu voorafgaand aan elk uitje vraagt ‘of daar ook een roltrap is’. (Nee, bij je tante/de markt/op school/de tandarts hebben ze geen roltrap...)
Wanneer we de sportwinkel verlaten is het op het plein voor de winkel een drukte van jewelste. Recht voor onze neus verzamelen zich de nieuwe studenten van Tilburg. De introweek is in volle gang. Wat zijn ze jóng. Tot mijn schrik realiseer ik me dat ik ongeveer 2x zo oud ben.
Ze dragen allemaal hetzelfde lichtblauwe shirt. Lekker herkenbaar, uniform en veilig. Geen (innerlijke) strijd voor de kledingkast elke ochtend: wat moet ik aan? Maar ook geen eigenheid of karakter. Het is één lichtblauwe zee van gezelligheid, onzekerheid en enthousiasme.
"PABO LAAT JE LIKKEN!!!" staat in slordig handschrift achter op één van de shirtjes geschreven. "Top," denk ik, "misschien kijk ik wel naar de toekomstige leraar van mijn kind."
"Sorry mevrouw," onderbreekt één van de jongens in het lichtblauw mijn gedachten. "Mag ik u iets vragen?". Ik bereid me voor op een leuke vraag over Tilburg of de locatie van de dichtstbijzijnde wc. "Denkt u dat de hemel voor u weggelegd is?" zegt hij zonder blikken of blozen.
Ik kijk naar mijn jongste, geef een bemoedigend knikje en zeg met een lach 'dat ik denk dat wij een aardige kans maken'. "Welke studie ga jij volgen?" Vraag ik hem. "Oh dat pad ligt al lang achter mij," zegt hij snel. "Nu volg ik het pad van Jezus". Zijn blauwe shirt blijkt puur toeval. En dat toeval brengt me binnen een paar minuten midden in een "jij-bent-een-zondaar,-maar-Jezus-komt-je-redden"-fuik.
Nu ben ik niet vies van een goed gesprek (inclusief scherpe interviewvragen) maar deze ontmoeting liep al snel uit op een religieus kruisverhoor. Ondertussen hield de 'PABO-laat-je-likken'-student zich bezig met een kruisverhoor van geheel andere orde.
Het blijkt dat ik tóch niet in de hemel kom en om daar verandering in te brengen krijg ik een folder mee naar huis. De ‘Jezus-jongen’ vervolgt daarna zijn weg. “Mevrouw,” klinkt het plots achter me. “Mag ik u iets vragen? Weet u waar de dichtstbijzijnde wc is?” De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Comments