Dansmoves
- Maartje Bertens
- 9 apr
- 3 minuten om te lezen
Mijn zusje en ik grepen vroeger elke mogelijkheid aan om op een podium te kunnen staan. We gaven bij ieder familiefeest een schitterende dansshow weg (sorry nog, voor alle ooms en tantes die wij ooit op een liedje van de smurfen hebben laten dansen.) We stonden bij de nieuwjaarsreceptie van het werk van mijn vader steevast op het podium om een dans ten tonele te brengen (én een bos bloemen + mega grote spektraktatie in ontvangst te nemen). En bij onze sportschool waren we natuurlijk onderdeel van het ‘dans- en promotieteam’. We deden zelfs mee aan landelijke streetdancewedstrijden en traden op op lokale braderieën. Later zaten mijn zusje en ik samen bij een groep voor moderne dans. (Serieus, ‘modern 18+’ heette die groep. Hadden ze anders moeten noemen. Dit wekte verkeerde verwachtingen.)
Mijn arme ouders hebben úrenlang in theaters, dansruimtes en in de ‘moshpit’ voor het podium doorgebracht om naar onze (niet altijd even goede) optredens te kijken. ‘Hoera, wéér een uitnodiging. We mogen weer…’
En nu zijn mijn kinderen aan de beurt. Hun basisschool heeft de fantastische gewoonte om elk jaar een dansshow op te voeren met de kinderen uit groep 1 tot en met 4. Ze oefenen in de weken daarvoor natuurlijk ijverig. Met z’n allen leven ze toe naar het moment dat ze het grote podium mogen betreden. In een échte theaterzaal. Met coulissen, felgekleurde lampen, een strakke zwarte vloer en natuurlijk rode pluche stoelen. En in die stoelen zitten papa’s, mama’s, opa’s en oma’s. Met een maximum van twee toeschouwers per kind. Want de zaal zit afgeladen vol.
Afgelopen week was het eindelijk zo ver. Mijn oudste en middelste mochten deelnemen aan de dansshow. De juf sprak in de week voorafgaand aan de show de bemoedigende woorden: “Kom je naar andermans kinderen kijken?” En ik wist natuurlijk allang hoe laat het was.
Mijn kinderen willen namelijk NIET.Als in: écht niet.Als in: ‘Mama,-ik-ga-NIET-het-podium-op’- NIET.
De dansles is stom, de dans is stom, optreden is stom, de theaterzaal is stom en oh ja, de juf is ook stom. En de wereld. ‘Echt mam, wie heeft bedacht dat dit moet?’
Lees je mijn columns vaker, dan weet je dat een bepaalde ‘volharding’ in de familie zit. Toen we bij mijn oma opperde ‘dat dagbesteding misschien wel leuk zou zijn’, antwoorde mijn oma: ‘En ik ga NIET.’
Einde discussie. Ik wist dat ik bij mijn kinderen dit keer ook weinig kans maakte. Het zette me wel aan het denken: wanneer doe je het als ouder op zo’n moment goed? Is het een kwestie van ‘doorduwen’: geen gezeur, je doet gewoon mee? Is dit een leermoment waarbij ze ontdekken dat ‘sommige dingen in het leven nu eenmaal moeten’?

Of steekt het anders in elkaar?Bij de middelste bespeur ik een soort ‘faalangst’. Hij voelt zich overweldigd door de grootsheid van het theater en het ongemak van het dansen. Mensen die kijken, bewegingen die je niet gewend bent. Je ziét het in zijn ogen.
Dat zie ik bij de oudste overigens ook. Dansen is simpelweg ‘niet zijn ding’. En dan kan ik me bést voorstellen, dat het lastig is dat je dan op moet treden voor al die ouders. Dat er 400 paar ogen naar je staren. Tegelijkertijd is het ook niet zo dat je niet mee hoeft te doen omdat je het spannend vindt of omdat dat het nieuw is. Van onbekende ervaringen kun je leren.
“Gewoon lekker meedoen,” enthousiasmeer ik de oudste. “Misschien mag je achteraan staan? Dan ben je er bij, maar dan val je niet zo op,” geef ik hem als tip mee. Dat nam de oudste ter harte. Hij stond er! En hij danste de hele show op zijn hurken en zijn knieën ‘zodat niemand hem kon zien’… Hij had helaas niet in de gaten dat hij juíst enorm opviel door dit gedrag. Al doende leert men, zullen we maar zeggen.
De middelste mocht van zijn juffen vanuit de zaal naar zijn klas kijken. Wél mee naar het theater lopen, mee voorbereiden en samen met de klasgenootjes op de eerste rij zitten, maar niet mee het podium op. Een prima compromis: wel de ervaring, maar niet het overweldigende van een optreden, toeschouwers en een dans uitvoeren.
Het leven leert je immers nog vaak genoeg ‘dat sommige dingen nu eenmaal moeten’. Dat leert hij maar gewoon als hij zijn belastingpapieren in moet vullen of de was moet doen later ;-).
Comments