top of page

Doodgewoon

“En toen moesten we voordat de voetbalwedstrijd begon lang, heeeeel lang stil zijn mama,” vertelt mijn oudste zoon, duidelijk onder de indruk. “Onze tegenstander, maar wij ook hè! Omdat een meneer dood was gegaan. Wij kenden die meneer niet. En ze vertelden niet eens een leuk verhaaltje over hem.”


Jonge jongens die tijdens een voetbalwedstrijd in een halve cirkel een minuut stilte houden ter nagedachtenis aan iemand die is overleden en erg belangrijk was voor de voetbalclub

Rustig leg ik hem uit wat het betekent als je 1 minuut stil bent voor een sportwedstrijd. Om iemand te herdenken, herinneringen op te halen en stil te staan bij het leven van iemand die belangrijk was voor de desbetreffende club (en daarmee het leven van veel mensen van die sportclub). Ik zeg hem ook dat ze meestal wat dingen vertellen over degene die is overleden. Wie hij of zij was, hoe oud hij of zij geworden is en wat hij of zij gedaan heeft voor de club.


Doodsoorzaak Mijn middelste (4 jaar) hoort ons gesprek wat ongeduldig aan. Hij zit duidelijk met een brandende vraag. “Zeg,” zegt hij tegen zijn grote broer, “was die meneer doodgegaan omdat hij zo oud was of is hij doodgeschoten?”


Je ziet het, de middelste heeft een rijke fantasie. En in zijn wereld is de kans dat je doodgeschoten wordt, meegenomen wordt door een marsmannetje of opgegeten wordt door een monster, net zo groot als overlijden door ouderdom.


“Dat weet ik eigenlijk niet,” zegt de oudste. Ik vertel de jongens dat kans dat je doodgeschoten word niet zo groot is. Maar dat deze meneer ook niet zo oud was. Hij was zelfs nog erg jong.


Een levendig beeld Het blijkt een tricky onderwerp, de dood. Je wilt je kinderen eerlijk vertellen hoe het zit, ze een realistisch beeld van het leven geven en vertellen dat de dood erbij hoort. Maar je wil ze ook geen angst aanpraten of ze vroegtijdig kennis laten maken met de rare sprongen die het lot soms neemt.


Onder de grond Maar ook de fase na de dood blijkt bijzonder lastig te bespreken. “En nu stoppen ze hem onder de grond,” verklaart de oudste. “ONDER DE GROND?” vraagt de middelste met opgetrokken wenkbrauw. “Tja,” redeneert de oudste, “stel je voor dat ze alle doden mensen boven de grond laten liggen. Dat wordt best een puinhoop.”

Een puinhoop ja, dat kun je wel stellen. In een opwelling zeg ik: “Je kunt mensen begraven na hun dood, maar ook,” en ik stop mijn zin. Tja, hoe ga ik dít nu weer uitleggen. “… cremeren.”


Natuurlijk volgt de vraag ‘wat is cremeren?’, waarna ik mezelf hoor zeggen:

“…dan stoppen ze iemand in een oven. [opgetrokken wenkbrauwen]

… en die zetten ze aan [grote ogen]

… en dan verbranden ze iemand [opengevallen mond]

… en de as die overblijft, die stoppen ze in een vaas. En dat noemen ze een urn.”


Tegen de tijd dat ik klaar ben kijken mijn kinderen me ongeloofwaardig aan. “Nou eh, A) dat past niet in onze oven en B) dan fikt je huis af,” zegt de middelste resoluut.“


Dat doen ze ook niet thúis” verklaar ik, “maar in een crematorium”. Alsof dat het geheel logischer maakt.


“Maar eh,” vraagt de oudste. “Als ze al die ‘assen’ bovenop elkaar stoppen, dan raakt die vaas toch vol?”“Nee, iedereen krijgt een eigen vaas. En die kun je thuis op een leuke plek zetten,” leg ik uit.


Ah ja, een leuke plek. Lekkere uitleg mam, denk ik bij mezelf.


Volgende keer kijk ik eerst een aflevering van Klokhuis voordat ik moeilijke onderwerpen aansnijd. Dan weet ik tenminste wat ik moet zeggen.

Comments


Reageren, een vraag stellen of contact?

Dank voor je bericht! Je ontvangt snel een reactie. (Tip: controleer ook even je spambox. Soms raakt een mailtje daar verzeild)

Algemene voorwaarden    |  © 2024 door Maartje Bertens    |   Privacy- & Cookiebleid

bottom of page