Ik zat niet op kamers (de universiteit stond zo’n 7 kilometer van mijn huis vandaan), maar mijn lidmaatschap van de studentenvoetbalvereniging in Tilburg gaf me wel echt het ‘studentenlevengevoel’. Het leverde me een (vrijwillig) bijbaantje op als schrijver voor het voetbalblad van de club en daarnaast was ik verdienstelijk tolk. Want de studenten uit alle windrichtingen van Nederland hadden het soms behoorlijk lastig met de uitspraken van onze typisch Tilburgse kantinejuffrouw Nel. “Assie nou nie snel weg is, sloa ik ‘m van z’n eige af” vertaalde ik keurig netjes met: “Nel houdt niet zo van onze buurman van NOAD.”
Basisbeurs Mijn studententijd was leuk, leerzaam en gezellig. Hoe anders is dat nu: er zijn geen kamers beschikbaar en kosten voor onderdak, eten en drinken zijn torenhoog. Studeerde je tussen 2015 en 2023? Dan kreeg je (naast een corona-infectie😅) ook nog eens geen basisbeurs, waardoor geldschulden bij veel studenten snel hoog opliepen. Je behoort dan tot de ‘pechgeneratie’.
Woordkeuze Ik heb moeite met dit woord. Want je hébt pech, maar je bént toch geen pech? (In mijn ogen is dit dus iets wezenlijks anders. Iets van buitenaf ‘opgelegd’ versus iets ‘belichamen’.)
De pechgeneratie dus. Je bent zoveel meer dan alleen een pechvogel. Maar door deze hele generatie zo te bestempelen ga je er ook naar leven: ik ben nu eenmaal van de pechgeneratie. Het geeft je niet alleen de kans om in de slachtofferrol te kruipen, en in je eigen boosheid te verzuipen, maar geeft ook een negatieve lading aan je zelfbeeld en je kansen.
Compensatie Het is ontzettend oneerlijk dat studenten in alle voorgaande jaren een basisbeurs cadeau kregen en dat deze generatie het geld moest lenen. Dat klopt niet. Natuurlijk moet deze groep benadeelden gecompenseerd worden.
Allereerst door ze een andere naam te geven. Eentje die kansrijker is, perspectieven biedt.
Covid-mama’s Kijk bijvoorbeeld naar mijn vriendinnengroep. Veel vriendinnen zijn ‘covid-mama’s’: voor het eerst moeder geworden middenin de coronapiek: lockdown, geen bezoek, somber en grauw weer buiten, alles dicht. Kwam je moeder (met mondkapje op) één uurtje op 1,5-meter-afstand-bezoek, dan mocht er de rest van de dag niemand meer langskomen. Heel eenzaam. Maar door ze zo te noemen (covid-mama’s), benadruk je telkens wat er niét was. Wat ze gemist hebben. Wat er overheerste. Terwijl er ook zoveel goeds was. Ze werden voor het eerst mama. Een gigantische gebeurtenis. En ja, die gebeurtenis was anders dan voor niet-covid-mama’s. En je krijgt die tijd nooit meer terug. Maar ze werden mama. En dus noemen we ze gewoon mama.
In mijn ogen help je de pechgeneratie niet door ze zo te noemen.
We hebben het hier over de kracht van woorden. Dat kun je wegwuiven. Maar één simpel woord kan écht het verschil maken. Laten we de ‘pechgeneratie’ helpen. Door ze niet zo te noemen. Maar er wél voor ze te zijn. Ze kansen en compensatie te bieden.
Comments