top of page

Rijd eens wat harder!

De safari van het leven


“Mam! Mahaaaam!”, roept de middelste vanaf de achterbank. “Rijd eens wat harder!”


Ik draai me om en antwoord, zo rustig als ik kan. “Nou, dat lijkt me niet zo’n goed plan. Je kunt niet met 70 kilometer per uur over de autosafari van de Beekse Bergen crossen…”

Harder dus. Sneller. Duurt lang. Saai.


Het is kerstvakantie en zoals het een leuke ouder betaamt neem ik mijn drietal mee voor een uitje. Gezellig? Ik moest ze bijna drogeren om ze in de auto te krijgen. Oudste (6 jaar): “Geen zin!” Jongste (2 jaar): “Neehee, ikke niet mee.” Middelste (4 jaar): “Eh, ik heb een kaartje van mijn juf gehad waarop stond: Blijf maar lekker thuis jongen.” Ja, vast.

Dieren kijken


Na veel mitsen en maren, wikken en wegen zitten ze uiteindelijk in de auto. Omdat het safaripark bij ons om de hoek ligt, ga ik regelmatig (als de oudste twee op school zijn) met de jongste op de fiets ‘naar de dieren kijken’. Die vele bezoekjes lijken hun vruchten af te werpen, want als we stapvoets (“jaahaa, langzaam”) voorbij de Schotse Hooglanders rijden, klinkt er enthousiast vanaf de achterbank: “Hee! Die lijkt op hondje Sammie!”. En verrek, ze heeft gelijk:


Schotse Hooglander versus Friese Stabij

Ze hebben allebei 4 poten, behoren allebei tot de categorie ‘dier’ én hebben allebei een dubbele plaatsaanduiding in hun naam (Friesland, sta-bij, Schotland, hoog-land).


You’re next

We rijden rustig (“jaahaa, rustaaag“) verder en treffen een giraffe die wijdbeens op de weg staat en duidelijk niet van plan is om aan de kant te gaan. In een spannende actiefilm reed ik nu onder de giraffe door. Maar in werkelijkheid rijd ik stapvoets langs het enorme beest en ben ik alsnog bang om zijn tenen te raken. De giraffe kijkt met een strakke blik vooruit terwijl hij ‘iets’ herkauwt. Daarna kijkt hij me aan alsof hij lijkt te zeggen ‘you’re next!’.

Wat een raar en onnatuurlijk iets, zo’n autosafari. In een wolk van uitlaatgassen rijden we dwars door de nagebootste leefwereld van dieren die met uitsterven bedreigd zijn.


…We hopen dat een giraffe of dromedaris aan onze autoruit likt (want, grappig).


…We seinen met onze lichten als we vinden dat de automobilist voor ons te lang blijft staan op het perfecte plekje recht voor het jachtluipaard.


…We rijden rakelings langs een stel zebra’s, die eigenlijk in de weg staan en ons het zicht op de grote gnoes een beetje verderop versperren.


Familieuitjes-valkuil

In gedachten verzonken luister ik half naar een onsamenhangend verhaal van de middelste vanaf de achterbank. Hij sluit af met de vraag ‘of hij nu even mag sturen’. De oudste slaakt een diepe zucht en vraagt ‘of hij YouTube mag kijken’.

En dan realiseer ik me dat ik vol in de ‘waardevolle-en-onvergetelijke-familieuitjes-valkuil’ ben gestapt. Ik had me nog zó voorgenomen om dat niet te doen.

Het doet me denken aan het bericht van Femke Wester op LinkedIn over een kerstvakantie met pubers. ‘Doe lekker waar je zelf zin in hebt en laat je pubers met rust. Ze moeten het hele jaar al zo veel,’ was haar advies. Volgens mij geldt dit ook voor kleuter- en peuterpubers. Behalve de tip: ‘Laat ze gerust even alleen thuis. Ze zetten het huis heus niet in de fik.’


The Big Why

Waarom willen we het zo geforceerd leuk hebben? Voor de kinderen? Voor onszelf? Ter compensatie voor de rest van het jaar? Of om wat leuks te kunnen vertellen tegen anderen? "Weet je wat wij deze kerstvakantie gedaan hebben?..."

Ons Safari-uitje eindigt in een mineur als de oudste tot een bijzondere conclusie komt wanneer ik aankondig dat de safari voorbij is:


“Mam! We zouden er toch even UIT gaan?”


“Ja figuurlijk kind. Niet letterlijk. ‘Even eruit’. Niet tussen de wilde dieren. Wat denk je zelf?”


“Oh, saai zeg.”


Comments


bottom of page