Soms stel ik mezelf de vraag: “Wat is er het meest veranderd sinds ik moeder ben?”
Is dat het aantal uren slaap? ‘Me-time’? Het allesoverheersende verantwoordelijkheidsgevoel? Het feit dat je meer moet doen in minder tijd? Of de gespreksonderwerpen (‘Wat denk jij dat ons doel is hier op aarde?’ versus ‘Wil je die broccoli alsjeblieft niet tussen je stoel en de leuning smeren?’). Maar meestal kom ik tot de conclusie dat het muziek is. En dan niet zo zeer dat mijn muzieksmaak veranderd is. Maar dat de muziek waar we hier naar luisteren een tíkkie anders is dan het pre-kind-tijdperk.
Vroeger stond de radio standaard op Arrow Classic Rock. Dat was bij mij thuis al zo. Niet gek dus, dat ik alle rock klassiekers uit de jaren ‘70 luidkeels mee kan zingen. Het waren overigens niet alleen gitaarsolo’s en ‘mannen-met-lange-haren-en-hoge-stemmen’ wat er te horen viel in huize Bertens. Er kwam ook prachtige filmmuziek voorbij (luistertip: het kanaal met filmmuziek van Classic FM). En soms wat dansbare jaren 80-muziek.
Dat is tegenwoordig wel anders.
Nu start ik de dag met de Snollebollekes (‘Helemaal uit oew dakkapel!’), gevolgd door ‘de irritante zingende tomaat’ (en ja, dit is precies wat het is. Een zingende. irritante. tomaat.) En nét voordat we naar school vertrekken komt steevast de plaat waarvan iedereen nu al voelt ‘dít is een blijvertje’: hup hup schetenclub.
Ken je ‘m nog niet? Dan is dat echt zonde. De songtekst is even simpel als briljant:
“Hup hup schetenclub. Als je het niet weet, laat dan een dikke scheet.Bij de schetenclub heb je altijd pret. Scheten laat je in de trein of in je bed.”
Afijn, het is nog altijd beter dan ‘Holladiejee m’n broek zakt naar benee’. Die is namelijk ook immens populair hier.
En hoewel ik écht mijn best doe om de kinderen iets van muzieksmaak bij te brengen, doet vooral mijn middelste kind zijn best om de jongste te imponeren met pakkende songteksten van een bijzonder smerig kaliber.
Laatst hoorde ik hem zeggen:
“En ik zit op het….”
Jongste: DAK!
”En op oma’s hoofd zit…”?
Jongste: KAK!
Waarna de middelste met een volstrekt tevreden gevoel en een grote glimlach op zijn gezicht zei: “Juist! Goed zo!” En zijn muziekles voortzette met krakers als: ‘Opa poept op tafel, dat doet hij elke dag’ en ‘Je moeder heet Henk’.
Net toen ik de moed wilde opgeven, kwam er hulp uit onverwachte hoek: de game Rayman. Het spel is inmiddels al tientallen jaren oud en een echte klassieker. De kinderen spelen het hier graag, de vormgeving is leuk en de thema’s zijn binnen de grenzen van wat acceptabel is voor een 7- en 5-jarige. Binnen het spel kun je ook enkele ‘muzieklevels’ spelen, waarbij je springt, slaat en rent op de maat van de muziek. En dat heeft een verrassend leuke uitwerking.
Er komen diverse rockklassiekers voorbij in het spel. Met als gevolg dat mijn middelste nu het schetenlied vervangen heeft door een geheel ander nummer en uit volle borst op straat zingt:
“Ohhh Black Betty bambelem! Ohh Black Betty bambelem!” (Uiteraard inclusief gitaarrifjes en solo’s).
Ook de jongste is bevangen door de Rayman-nummers die haar broers spelen op de PlayStation. Zij stond laatst voor de spiegel het deuntje van ‘eye of the tiger’ te neuriën. Inclusief kickboks-acties.
En zo zie je maar. Alles komt goed. Zit je nog midden in de schetenclub-fase? Houd vol. This too shall pass. En als je het niet weet? Laat dan een dikke scheet.
Comments