top of page

Het leed dat zwemles heet

“En als je nu niet onderwater gaat, dan verscheur ik je A-diploma en kun je weer opnieuw beginnen!” Met knikkende knieën sprong ik alsnog in het zwembad. Ik deed mijn uiterste best om naar de bodem te zwemmen en de ring op te duiken, maar het lúkte me gewoon niet. Toen mijn moeder in wilde grijpen, zei de badmeester doodleuk dat ‘moeders lekker in de kantine koffie moesten drinken en zich er niet mee moesten bemoeien’. Ook mijn argument ‘weet je wel dat ik onderwater geen adem kan halen?’ maakte weinig indruk op de beste man.


Zwemleraren zijn, als leraren in kinderboeken: boze, hard roepende kinderhaters.

Dat waren ze vroeger en dat zijn ze nog steeds. Nou ja, vooral dat hard roepen is nog altijd een typisch kenmerk van de mannelijke zwemleraar. En of dat nu komt omdat het in het zwembad zo lekker galmt of dat ze gewoonweg hun overwicht willen tonen, dat weet ik niet.

Beloning in ‘t vooruitzicht In tegenstelling tot mijn eigen zwemleservaringen, had mijn oudste kind er vanaf het begin dikke lol in. Hij vloog door de lessen heen. De beloningsystemen van het zwembad (een sticker, een gekleurd bandje én een code voor een online zwemlesgame) droegen daar ook zeker aan bij. De enige beloning die ik vroeger had, was dat ik de week erna weer mocht ;-)

Het A-, B- en C-diploma had de oudste in een korte tijd op zak. Dus toen het middelste kind afgelopen maand voor het eerst het bad in dook had hij goede hoop: ”Heb ik vrijdag mijn A-diploma?” vroeg hij me vol enthousiasme. “Nou, dat dénk ik niet. Want het is nu woensdag en dit is je allereerste les…” Dat antwoord vond ie toch een tikje teleurstellend.  


De zwemleskantine Tijdens de zwemles wacht ik, samen met 15 andere ouders, in een hok van ongeveer 4 bij 4 meter en kijk door de glazen ruit naar het zwemspektakel aan de andere kant van de raam. Ik hoef eigenlijk niet te kijken, want de badmeester roept zó hard dat ik elke oefening woord voor woord kan verstaan. Gelukkig vinden de kinderen het allemaal wel best.

Zo’n zwemleskantine is eigenlijk een soort broeikas van de samenleving. Goed benauwd en je komt er van álles tegen. De keurige kak-moeder die op haar hoge hakken door de kleedkamer paradeert, de moeder die direct drie zakken chips opentrekt terwijl ze met haar kunstnagels op haar smartphone tikt en natuurlijk de eco-mama die hardop een educatief verantwoord boekje leest en haar 1-jarige stimuleert:


“Nee, schatje geen tak-tor, maar TRAK-TOR. Goed zo liefie! TRAK-TOR!”


Pure noodzaak Ach, het is allemaal voor een goed doel. Want in een waterrijkland zoals Nederland wil je gewoon dat je kind kan zwemmen. Met de hoge waterstand van de laatste weken is het trouwens pure noodzaak. Ik weet niet hoe het bij jullie is, maar hier staat het water zowat tot aan de oprit.


En dus moet zwemles voor iedereen beschikbaar zijn. Het valt me op dat je voor van alles en nog wat subsidie en tegemoetkoming aan kunt vragen. Dat sommige noodzakelijke uitgaven sowieso gecompenseerd of zelfs kwijtgescholden worden. Waarom is er dan geen landelijke regeling voor de kosten van de zwemles. Zwemlessen zijn ontzettend duur (zeker wanneer je kind er langer dan gemiddeld over doet, als je meerdere kinderen op zwemles hebt of wanneer het zwembad de kosten ophoogt als de gasprijzen stijgen). De vergoeding die minderbedeelde ouders krijgen verschilt per gemeente. Volgens Binnenlands Bestuur biedt 29% van alle gemeenten een volledige vergoeding voor zwemdiploma A. In 32% van de gevallen is er alleen een financiële vergoeding tot een bepaald bedrag beschikbaar. En die vergoeding is lang niet altijd genoeg om zwemdiploma A te behalen.


Het leed dat zwemles heet Met kind nummer 2 (net gestart) en kind nummer 3 (die mag over ruim 2 jaar aan de bak) zit ik voorlopig nog wel even vast aan ‘het leed dat zwemles heet’. De les is afgelopen. Ik veeg wat chips aan de kant, stap over een boekje met een TRAK-TOR en loop het enorm benauwde bad binnen.

Zo te zien heeft de middelste het naar zijn zin. Na een les vol gespetter en plezier tikt de badmeester me op mijn schouder: “Nou, prima eerste les. Je ziet het gewoon aan zijn ogen: hij is niet bang. Hij is gewoon HEEL. ERG. KOPPIG.”

Lekker. Mooie en waarheidsgetrouwe conclusie na één les meneer de badmeester. En succes de komende anderhalf jaar knakker. ;-)




Comments


bottom of page