top of page

Dat doet mijn kind niet

Ze ligt krijsend op de grond. Met haar handen maait ze wild om zich heen en haar benen spartelen zo erg, dat ze er rondjes van draait op de grond. De aanleiding was een eierkoek. Maar het had net zo goed de positie van de hagelslag of het gebrek aan bananen in het ‘pak-hier-je-gratis-fruit-kleine-Jumbo-vrienden-rekje’ kunnen zijn. Hoe dan ook, het is crisis.


En echte, ware, heuse peutercrisis. En echte ouders weten: dat is niet zo maar voorbij.

Voor de lieve vrede kijk ik wat om me heen en knik naar voorbijgangers: ja dit is mijn kind. Ja ze krijst. Ja ze heeft het over een eierkoek. Ja ik laat haar even haar gang gaan. Ja ik heb haar opgevoed. Ja daar is nu weinig van te zien. Nee, ze is helaas op dit moment niet omkoopbaar met een aantal leuke Jumbo-stickers. Nee, ook niet met een muntje voor de speelgoedbus bij de ingang.



Ik heb ooit gehoord dat de beste oplossing voor zo’n crisis is, dat je lekker meedoet. Gewoon op de grond liggen en meebrullen. Schijnt lekker op te luchten. Even alles eruit gooien. Daarnaast zijn de meeste kinderen zo verbaasd als een ouder dit doet, dat ze er verbouwereerd naar gaan staan kijken. De peutertrance is doorbroken en je kunt gewoon weer verder met je boodschappensessie.


Vandaag is niet zo’n dag. Ik besluit simpelweg mijn kind onder mijn arm te nemen en de winkel uit te lopen. (Geen zorgen over betalingskwesties: de eierkoeken waren item nummer 1 op de lijst. Dus we gingen gewoon onverrichterzake weer naar huis).

De supermarktscène. Het is zo’n situatie waarvan je vóórdat je kinderen krijgt denkt: dat overkomt mij niet. Zelfs wanneer mensen zeggen ‘jawel, dat overkomt jou wel’, denk jij ‘nee hoor, dat overkomt jou misschien, maar mij niet. Mijn kinderen doen dat niet.’


Wel dus.


Je probeert je kinderen zo leuk, lief, braaf en toch zelfstandig en mondig mogelijk op te voeden (voel je de contradictie?). Daar komt dus niks van terecht. En hoe ouder ze worden hoe meer je ontdekt waar je gefaald hebt:

  • Mijn kind zegt tegen moeder op schoolplein: “ik wil best bij jullie spelen, maar dan moet je me daarna wel thuis afzetten. Mijn moeder blijft niet heen en weer fietsen.”

  • Mijn kind dat tegen oma zegt (nadat ze voor de hele godganse familie heeft gekookt): “het eten was lekker, maar wel een beetje weinig.”

  • Mijn kind dat reageert wanneer ik zeg: ‘opschieten anders komen we te laat op school’: wat heb jij daar mee te maken? (nou lieve schat, meer dan me lief is)

  • Mijn kind dat tegen mijn zus zegt: “mama vindt trouwens dat jullie wel heul veul op vakantie gaan.”


Echt, ik raak ik steeds gênantere situaties verzeild.En ik heb nog niet echt ontdekt wat de beste reactie op dit soort situaties is.Want wat doe je als je kind dingen zegt of doet waar je zelf niet achterstaat? Nu is het allemaal nog redelijk onschuldig, maar wat als ze straks groter worden?


Ik houd mijn hart nu al vast (en probeer vooral te genieten van het feit dat ik nu vooral te dealen heb met peuterdriftbuien over eierkoeken).(PS. Deel vooral jullie meest gênante situaties met me, dat werkt geruststellend).


Comments


Reageren, een vraag stellen of contact?

Dank voor je bericht! Je ontvangt snel een reactie. (Tip: controleer ook even je spambox. Soms raakt een mailtje daar verzeild)

Algemene voorwaarden    |  © 2024 door Maartje Bertens    |   Privacy- & Cookiebleid

bottom of page